Aanpassingen in bestemmingsplan De Voord

Tegen de nieuwbouwplannen van zorgcentrum De Voord in Elburg zijn vier zienswijzen ingediend. Dat heeft het college van burgemeester en wethouders doen besluiten enkele aanpassingen aan te brengen in het bestemmingsplan. Dat wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de raad.

Wijnand Kooijmans

Het plan gaat uit van vervangende nieuwbouw voor de bestaande 130 onzelfstandige wooneenheden met bijhorende voorzieningen., Aanvullend worden 24 appartementen gebouwd die bewoonbaar zijn als zorgwoning, maar ook voor reguliere bewoning. De vijftien onzelfstandige zorgeenheden in het gebouw dat in 2017 is gerealiseerd ten westen van het hoofdgebouw blijven intact. Het nieuwe gebouw komt aan de voorzijde van het bestaande gebouw dat pas wordt afgebroken na realisering van de nieuwbouw. Hiermee wordt voorkomen dat de bewoners moeten verhuizen. 

De wijzigingen hebben onder meer betrekking op de molenbiotoop. Zo is de bouwhoogte van 11.50 meter verlaagd naar 11.25 meter en is opgenomen dat toekomstige afwijkingen moeten blijven voldoen aan de regels voor de molenbiotoop. Het onderzoeksrapport ‘Deskundig oordeel molenbiotoop’ is voorzien van aanvullende analyses die uitwijzen dat het bouwplan geen negatief effect heeft op de windvang van molen De Tijd in Oostendorp. Daarnaast is op advies van de Omgevingsdienst Veluwe beter aangegeven waarom er zicht is op een ontheffing van de Wet natuurbescherming voor de gewone en ruige dwergvleermuis. Deze moet worden afgegeven door de provincie Gelderland. In één van de zienswijzen wordt gevraagd vanwege de sloop- en bouwfasering van het plan het bestemmingsplan af te wijzen. De indiener is van mening dat de termijn van ruim vier jaar een onacceptabele lange periode bestrijkt waarbij enorme overlast wordt ondervonden door alle werkzaamheden en verkeersbewegingen. Het feit dat er voor gekozen wordt de belasting voor de bewoners van De Voord zo klein mogelijk te houden betekent volgens de indiener van de zienswijze dat de belasting op de omwonenden ernstig wordt vergroot. 

Door het college wordt aangegeven dat de fasering nodig is om de huidige bewoners zo veel mogelijk te ontzien. Door Het Baken, de overkoepelende organisatie waar De Voord onder valt, wordt een plan opgesteld hoe stof-, verkeers- en geluidshinder zo veel mogelijk voorkomen gaat worden. Ook vindt hierover communicatie met de omgeving plaats. Door de Stichting tot behoud van korenmolen De Tijd in Oostendorp wordt aangegeven dat in 2009 de molenbiotoop al de kwalificatie matig heeft gekregen. De omgeving is er daarna, volgens de stichting alleen maar op achteruit gegaan, al is het alleen al maar door het hoger groeien van de bomen. Door binnen de molenbiotoop nieuwe uitzonderingen toe te staan, wordt de situatie voor de molen naar hun mening steeds slechter. De vrees bestaat dat door alle ontwikkelingen het moment nadert waarop de molen, een rijksmonument, buiten bedrijf moet worden gesteld. Het college denkt dat door de wijzigingen in het plan geen nadeel ontstaat voor het functioneren van de molen.