‘Het is aan ons om het vuur brandend te houden’

De jongste deelnemer is 18 jaar, de oudste 75. Samen met andere leden van loopgroep Wezep, onderdeel van Atletiekvereniging de Gemzen, brachten ze op 5 mei het Bevrijdingsvuur vanuit Wageningen naar Oldebroek. 

Hanneke Bloemendaal 

“Het was een supermooie ervaring in een hele leuke sfeer”, vertelt de 18-jarige Ella van den Bosch enthousiast. “Ik loop veel hard en vond het qua inspanning wel meevallen, maar omdat je ‘s nachts loopt, word je op een gegeven moment wel moe.” Coördinator Reint Scholten licht toe: “We hebben met 15 lopers, 3 fietsers en 2 chauffeurs de afstand tussen Wageningen en Oldebroek in estafettevorm afgelegd. Per uur renden de deelnemers een kwartier. Alles is boven verwachting goed verlopen. Het bleef droog en het was vannacht zelfs ongebruikelijk warm voor de tijd van het jaar.” De lopers bereikten Oldebroek een kwartier later dan gepland. “Dat komt door het warme welkom dat we kregen in Hattemerbroek en Wezep”, lacht Reint. “We zijn daar iets langer gebleven dan gepland.” Locoburgemeester Liesbeth Vos-van de Weg ontvangt uit handen van Ella de brandende fakkel waarmee zij het Bevrijdingsvuur in Oldebroek aansteekt. “Fantastisch dat jullie het Bevrijdingsvuur naar Oldebroek gebracht hebben en alle kernen van de gemeente aangedaan hebben. (...) We leven in Nederland in vrede en genieten van ons vrijheid, terwijl er op zoveel plekken op de wereld vreselijk oorlogen gaande zijn. Laten we ons elke dag realiseren dat vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn en redenen om dankbaar voor te zijn. Je krijgt het niet cadeau, net als de lopers het niet cadeau kregen. Het is aan ons om het vuur brandend te houden, om die verantwoordelijkheid op ons te nemen. U doet toch ook mee?!” De deelnemers genieten na afloop moe maar voldaan van een ontbijt in het gemeentehuis. Klaas Compagner legde als 75-jarige en oudste deelnemer de route op de fiets af om de weg voor de lopers te verlichten. Hij besluit: “Het was een geweldige ervaring, die we meenemen in ons verdere leven.”